Mantelcel lymfoom - Behandeling
Mantelcellymfoom (MCL) is een vorm van lymfeklierkanker. Het is een zeldzaam non-Hodgkinlymfoom. In Nederland krijgen ongeveer tweehonderd mensen per jaar deze diagnose.
Behandeling van mantelcel lymfoom
Welke behandeling je krijgt als je mantelcellymfoom hebt, hangt sterk af van je lichamelijke conditie, je leeftijd en medische voorgeschiedenis.
Hieronder een korte animatie ( 2 minuten) over de behandeling van MCL.
Een behandeling waarmee wordt gestart is chemo-immunotherapie. Dat wordt de ‘eerste lijn’ genoemd. Meestal worden 6 kuren gegeven. Er zijn een paar chemotherapieschema’s in gebruik.
De chemotherapie wordt gecombineerd met immunotherapie: rituximab. Rituximab is een geneesmiddel dat bepaalde witte bloedcellen (de B-lymfocyten) uitschakelt. Deze B-lymfocyten maken deel uit van je immuunsysteem. Ze ruimen infecties op in je lichaam. De rituximab hecht zich aan de CD20-receptor op B-cellen en zorgt zo dat ze grotendeels worden vernietigd.
Lees hier meer over chemotherapie.
Lees hier meer over immuuntherapie.
Wil je meer weten over je behandeling en heb je geen problemen om medische teksten te lezen, ga dan naar de richtlijn voor hematologen.
Stamceltransplantatie
Als de ziekte na de chemotherapie flink is afgenomen, krijgen fitte patiënten een autologe stamceltransplantatie. Dat betekent dat voor de stamceltransplantatie je eigen stamcellen worden gebruikt. Dit is een ingrijpende behandeling en daarom is hij niet voor iedereen geschikt. Artsen leggen meestal de grens bij 65 jaar, al komen ouderen die fit genoeg zijn ook voor een stamceltransplantatie in aanmerking. Na de transplantatie wordt elke 2 maanden nog een onderhoudsbehandeling gegeven met immunotherapie via een infuus.
Mensen met mantelcellymfoom die niet fit genoeg zijn voor een stamceltransplantatie, krijgen na de 6 kuren met chemotherapie de onderhoudsbehandeling met immunotherapie via een infuus.
Behandeling voor een stamceltransplantatie
De behandeling met een stamceltransplantatie wordt voorafgegaan door hoog gedoseerde chemotherapie, dit heet de ‘conditionering’. De hoge dosis chemotherapie heeft bijwerkingen, waarvoor het vaak nodig is om 3 tot 4 weken in het ziekenhuis opgenomen te zijn.
Lees hier meer over autologe stamceltransplantatie
Als de ziekte terugkomt
Als de ziekte na behandeling terugkomt en er klachten zijn, wordt opnieuw een behandeling gestart. Dat wordt ‘de tweede lijn’ genoemd. Dit kan opnieuw chemotherapie zijn, of doelgerichte therapie met ibrutinib. Bij sommige patiënten wordt een allogene stamceltransplantatie overwogen. Dat betekent dat je een stamceldonatie krijgt met stamcellen van een donor.
Lees hier meer over allogene stamceltransplantatie