Behandeling van Hodgkinlymfoom
Hodgkinlymfoom is een zeldzame vorm van lymfeklierkanker. In Nederland krijgen ongeveer 500 mensen per jaar deze diagnose. De ziekte treft vooral jonge mensen. De behandeling van Hodgkinlymfoom is de afgelopen jaren steeds beter geworden, en daardoor is er een hoge kans om de ziekte te overleven.
De behandeling van hodgkinlymfoom
De behandeling van hodgkinlymfoom bestaat uit chemotherapie, soms gecombineerd met bestralingen (radiotherapie). In sommige kuren zit als onderdeel ook een immuuntherapie. Chemotherapie zal bij veel mensen zorgen voor tijdelijke haaruitval en andere bijwerkingen. Tijdens de behandeling ben je moe en heel gevoelig voor infecties. Het vooruitzicht is in de meeste gevallen gelukkig gunstig.
-
Ziekenhuiskeuze
-
Chemotherapie
-
Immunotherapie
-
Bestraling
-
Stamceltransplantatie
-
Jong en fit
-
Ouder dan 60 jaar
-
Recidief
Ziekenhuiskeuze
Naar welk ziekenhuis ga je voor je behandeling?
Nederland kent een systeem met tien expertisecentra voor bloedziektes. Elk regionaal ziekenhuis hoort bij een expertisecentrum en zij moeten het expertisecentrum betrekken bij het opstellen van jouw behandelplan. Dit is zo omdat hodgkin lymfoom een zeldzame kanker is. In jouw patiëntendossier staat wanneer er overleg met het expertisecentrum was, met welke artsen en wat daaruit kwam. De hematoloog zal de resultaten delen. Doet hij dat niet uit zichzelf, vraag er gerust naar. Lees meer over overwegingen bij de keuze van het ziekenhuis.
De behandeling voor hodgkin is gericht op overleven met zo min mogelijk late effecten. Late effecten zijn gevolgen van de behandeling waar je de rest van je leven last van kunt hebben. De hematoloog maakt op grond van richtlijnen samen met jou als patiënt een behandelplan. Dit behandelplan en het gesprek erover is belangrijk. Realiseer je voortdurend dat het over jou gaat, dat je als patiënt wat te zeggen en te beslissen hebt. Noteer voor elk gesprek welke vragen je hebt en neem iemand mee. Laat je goed informeren, stel vragen en laat de hematoloog niet weggaan voordat je een duidelijk beeld hebt van wat er komen gaat. Is het niet duidelijk? Spreek dan af om er nog eens over te praten, zodat je tijd hebt erover na te denken en er met anderen over te praten.
Chemotherapie
De behandeling start meestal met twee chemokuren. Daarna krijg je een PET/CT-scan om te kijken hoe de behandeling aanslaat. Aan de hand daarvan wordt besloten hoe de behandeling verdergaat. Soms ga je door met dezelfde kuur, of switch je naar een zwaardere of juist een lichtere kuur, en wordt er besloten of er bestraling nodig is na de chemo’s.
Chemotherapie wordt via een infuus de bloedbaan ingebracht. Hierdoor kan de chemotherapie op bijna alle plaatsen in het lichaam de cellen doden of remmen. Chemotherapie doodt ook goede cellen. Chemotherapie wordt vaak toegediend als kuur: je krijgt bijvoorbeeld iedere twee of drie weken een kuur chemotherapie. Meestal krijg je meerdere chemokuren achter elkaar. Welk soort chemotherapie je krijgt en hoeveel kuren is afhankelijk van het stadium van de ziekte en de risicofactoren, en van hoe goed de chemo aanslaat.
Het type chemokuur dat je krijgt, hangt af van het stadium, eventuele risicofactoren (verhoogde bezinking, relatief grote tumor, en drie of meer aangedane klieren), van je conditie en leeftijd. Een chemokuur heeft een naam die bestaat uit letters waarbij elke letter een middel is. ABVD zijn dus 4 verschillende middelen (cytostatica).
Bijwerkingen
De belangrijkste bijwerkingen van chemotherapie zijn malaise en vermoeidheid, misselijkheid en braken, haaruitval en een lagere weerstand tegen infecties. Bij sommige middelen moet je extra oppassen voor zenuwklachten (pijn of tintelingen in je handen en voeten) of luchtwegklachten. Het is belangrijk deze altijd direct te melden. Je arts of verpleegkundige zal je meer vertellen over de bijwerkingen en wat ertegen te doen is. Je krijgt een tas medicijnen mee tegen misselijkheid, diarree, verstopping, infectiegevaar, maagbeschermers en plaspillen. Het is belangrijk dat je goed begrijpt wanneer je welke pillen in moet nemen want dit kan helpen bijwerkingen te voorkomen of de klachten te verminderen. Ook is het goed te bedenken dat deze medicijnen op hun beurt ook weer bijwerkingen kunnen geven. In dat geval kun je andere medicijnen krijgen, dus bespreek het met je arts. Maak samen met de verpleegkundige een duidelijk schema wanneer je welke medicijnen moet innemen en betrek als dat kan thuis iemand die je helpt je aan het schema te houden, bijvoorbeeld door reminders in je telefoon te zetten.
Lees hier meer over chemotherapie en wat je zelf kunt doen.
Immunotherapie
De kankercellen bij de ziekte van Hodgkin hebben een bepaald eiwit aan de buitenkant van de cel, dat wordt CD30 genoemd. Brentuximab vedotin is een vorm van immuuntherapie dat hier gebruik van maakt. De brentuximab herkent CD30 en hecht zich eraan. Zit het middel eenmaal vast, dan komt de chemo vedotin los en die werkt dan heel precies op de kankercel om hem te doden. Deze behandeling klinkt ideaal omdat hij de andere, gezonde cellen niet doodt, maar dat is niet helemaal waar want er zijn meer cellen in het lichaam met CD30 aan de buitenkant. Dus helaas heeft ook immuuntherapie bijwerkingen en late effecten.
Ook zijn er medicijnen die het immuunsysteem van patiënten ondersteunen bij het actief opruimen van de hodgkin kankercellen. Dit zijn bijvoorbeeld de medicijnen nivolumab en pembrolizumab. Deze worden gebruikt bij patiënten waarbij het hodgkinlymfoom terugkomt.
Lees hier meer over immuuntherapie.
Bestraling
Bij een bestraling (radiotherapie) vernietigt straling de kankercellen. Het is een plaatselijke behandeling: alleen het deel van het lichaam met de tumor krijgt de straling. Hierdoor blijven de goede cellen zo veel mogelijk gespaard. De artsen bepalen nauwkeurig hoe de straling toegediend wordt, hoeveel behandelingen nodig zijn en de sterkte van de straling. Of en hoeveel bestraling er nodig is, wordt bepaald na afloop van de chemotherapie. Ook van bestraling kun je enorm moe worden.
Stamceltransplantatie
Als na de behandeling de lymfoom toch terugkeert, kun je mogelijk een stamceltransplantatie krijgen. Dit is een hele zware chemo waarvoor het nodig is je stamcellen er eerst uit te halen, en na de chemo weer terug te plaatsen. Je arts beoordeelt of deze behandeling geschikt voor je is, welke voorbehandeling (conditionering) je nodig hebt en welke nazorg voor jou het beste resultaat zal opleveren. Meestal zal het gaan om een autologe stamceltransplantatie, waarbij je eigen stamcellen teruggeplaatst worden.
Lees hier meer over stamceltransplantatie.
Jong en fit
Jonger dan 60 jaar en beperkt stadium
Mensen die jonger zijn dan 60 jaar met een beperkt stadium (stadium I of II) worden behandeld met 2 kuren ABVD chemotherapie. Na 2 kuren krijg je een PET/CT-scan om te kijken naar het effect van de behandeling. Waren er voor de behandeling geen risicofactoren aanwezig, dan wordt bij een goed behandeleffect alleen nog bestraling gegeven. Waren er wel risicofactoren aanwezig, dan krijg je nog één of twee AVD-kuren plus daarna bestraling.
Was na 2 kuren ABVD het effect van de behandeling onvoldoende, dan krijg je twee (of meer) kuren met escBEACOPP of escBEACODDac (elke letter is weer een middel, nu krijg je andere middelen, meer middelen en in een zwaardere dosis) en daarna eventueel nog bestraling.
De arts kan samen met de patiënt besluiten om niet te bestralen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij vrouwen jonger dan 35 jaar met een beperkt stadium. Of als de tumor dicht bij het hart zit, omdat het hart veel schade kan oplopen door bestraling. Er kan dan gekozen worden voor een combi van 2 escBEACOPP (zwaardere chemo) en 2 x ABVD (lichtere chemo) als radiotherapie niet gewenst is. Dan krijg je een zwaardere chemo, maar dan is de kans kleiner dat er na afloop nog radiotherapie nodig is.
Behandeladvies voor mensen jonger dan 60 jaar met beperkt stadium. Deauville is de manier waarop men het effect van de behandeling meet. Lees hier meer over de Deauville-score.
Jonger dan 60 en gevorderd stadium
Bij een gevorderd stadium (III of IV) bestaat nog steeds een grote kans op volledige genezing. Als er gestart wordt met twee ABVD-kuren worden bij een goed effect (vastgesteld met een PET/CT-scan), nog vier AVD-kuren gegeven. Als het effect onvoldoende is wordt overgestapt naar vier kuren escBEACOPP of escBEACODDac, gevolgd door bestraling. Er kan echter ook gekozen worden om direct met twee kuren escBEACOPP te starten. Is het effect na 2 kuren goed, dan volgen nog twee of vier kuren escBEACOPP, eventueel gevolgd door bestraling. Als escBEACOPP (zware chemo) niet mogelijk is, kan bij stadium IV ook AVD (lichtere chemo) + brentuximab (immunotherapie) gegeven worden.
Behandeladvies voor mensen jonger dan 60 jaar met gevorderd stadium. Deauville is de manier waarop men het effect van de behandeling meet. Lees hier meer over de Deauville-score.
Ouder dan 60 jaar
Mensen met hodgkinlymfoom die ouder zijn dan 60 jaar hebben vaker een verder gevorderd stadium van de ziekte, meer risicofactoren, en zijn vaker onvoldoende fit om de behandeling te ondergaan. Bij fitte patiënten tussen de 60-70 jaar worden alleen ABVD-kuren gegeven en geen escBEACOPP. Ben je ouder dan 70 jaar of niet fit, dan krijg je een AVD-chemokuur en daarna bestraling.
Recidief
Het kan voorkomen bij hodgkin lymfoom dat de tumor niet reageert op de behandeling of dat hij terugkeert. In dat geval moet de patiënt naar een expertisecentrum. Dat is een ziekenhuis met extra kennis en ervaring op gebied van bloedziektes.
De behandeling bestaat bij patiënten jonger dan 65 à 70 jaar met een redelijke conditie, uit een hoge dosis chemotherapie gevolgd door een transplantatie van eigen stamcellen (autologe stamceltransplantatie). Voor mensen bij wie de ziekte terugkeert, wordt ook vaak deelname aan een studie voorgesteld (zoals nu HOVON 164).