Folliculair lymfoom - Behandeling folliculair lymfoom
Folliculair lymfoom (FL) is een vorm van lymfklierkanker. Deze vorm van kanker ontstaat meestal in een lymfeklier. Het kan ook starten op een andere plaats van het lymfestelsel, zoals in het beenmerg, de milt of de lever.
Expertisecentrum
Nederland kent een systeem met tien expertisecentra. Elk ziekenhuis kan een centrum raadplegen voor overleg en advies over hematologische zorg. Als er overleg is geweest met een expertisecentrum, wordt in het patiëntendossier aangegeven met wie en wanneer dat is gebeurd en wat de uitkomsten waren. De hematoloog zal je de resultaten van deze consultatie mededelen. Doet hij dat niet uit zichzelf, vraag er gerust naar.
-
Behandelplan
-
Wait-and-see
-
Behandelingen
-
Chemotherapie en immuuntherapie
-
Radiotherapie
-
Stamceltransplantatie
-
Resultaten
Behandelplan
Als eerste wordt er een behandelplan opgesteld. Dat gebeurt op grond van richtlijnen die de hematologen afgesproken hebben. Het plan wordt vastgesteld in nauwe samenspraak tussen behandelend hematoloog en jou als patiënt.
Zo'n behandelplan is heel belangrijk en het gesprek erover tussen behandelaar en patiënt nog belangrijker. Realiseer je voortdurend dat het over jou gaat, dat je dus ook wat te zeggen en te beslissen hebt. Laat je goed informeren, stel vragen en laat de hematoloog niet weggaan voordat je een duidelijk beeld hebt van wat er komen gaat. En spreek anders af om er snel nog eens over te praten, zodat je tijd hebt erover na te denken en er met anderen over te praten.
Wait-and-see
Zo lang je geen klachten of symptomen hebt, kiezen jij en je behandelend arts in eerste instantie vaak voor een beleid van wait-and-see. Dat wil zeggen: gecontroleerd afwachten hoe het lymfoom zich ontwikkelt. Het is wetenschappelijk aangetoond dat het niet starten van een behandeling uiteindelijk geen effect heeft op de overleving: in eerste instantie afwachten kan dus geen kwaad. Bij een klein deel van de patiënten neemt het lymfoom zelfs vanzelf af.
Behandelingen
Omdat een folliculair lymfoom langzaam groeit, krijg je meestal pas na een langere tijd klachten. Daarom wordt deze ziekte in 80 procent van de gevallen pas in stadium III of IV ontdekt. Word je gediagnosticeerd met non-hodgkinlymfoom in stadium I en (beperkt) stadium II dan is de ziekte soms wel te genezen. Daarom wordt bij stadium I of II niet gekozen voor een wait-and-see, maar krijg je direct een behandeling.
In stadium III en IV is de ziekte moeilijk te genezen, maar wel goed onder controle te krijgen. Heb je geen lichamelijke klachten, dan kiest de arts in overleg met jou meestal voor een wait-and-see: gecontroleerd afwachten. Je krijgt alleen direct behandeling als er sprake is van lichamelijke klachten of andere symptomen.
De behandeling bestaat meestal uit chemotherapie in combinatie met immuuntherapie. Dat is een ingrijpende behandeling, maar vanwege het vergevorderde stadium van de ziekte is dit nodig om de ziekte langdurig onder controle te krijgen. Door op de juiste momenten doeltreffend te behandelen kun je telkens gedurende enkele jaren in remissie komen. De ziekte is dan niet actief.
Chemotherapie en immuuntherapie
De artsen behandelen een folliculair lymfoom vaak met een combinatie van chemotherapie en immuuntherapie. Bij chemotherapie is het de bedoeling dat de middelen die je krijgt, de kankercellen doden. Immuuntherapie zorgt ervoor dat je eigen afweersysteem de kankercellen beter kan vernietigen. Meestal wordt gekozen voor een combinatie van bijvoorbeeld COP/CVP, CHOP of bendamustine (chemotherapie) met rituximab (immuuntherapie)
COP- of CVP-kuur
Bij een COP-kuur krijg je op de eerste dag van de behandeling via een infuus vincristine toegediend. Van dag één tot en met vijf krijg je ook cyclofosfamidetabletten en prednisontabletten. De kuur bestaat uit acht cycli van vijf dagen, eens in de drie weken. De cyclofosfamide wordt ook vaak op dag 1 in één keer in een infuus gegeven.
CHOP- of bendamustinekuur
Als je ziekte een agressief verloop kent, dan kan voor deze intensievere kuur worden gekozen. Vergeleken met een COP-kuur blijft de ziekte bij deze kuur langer weg, maar het leidt uiteindelijk niet tot een langere overleving. De CHOP-kuur bestaat uit cyclofosfamide, vincristine en adriamycine via een infuus, in combinatie met prednisontabletten.
Bij een bendamustinekuur krijg je op twee opeenvolgende dagen bendamustine via een infuus, de eerste dag gecombineerd met rituximab. Deze kuur wordt na vier weken herhaald, in het totaal zes keer.
Chlorambucilkuur
Deze kuur krijg je als je niet fit genoeg bent voor een COP-kuur. Je slikt gedurende veertien dagen (soms korter) chlorambucil-tabletten, gevolgd door veertien dagen rust. De chlorambucil-tabletten zijn een soort chemotherapie in tabletvorm. Deze therapie is vaak een zware belasting voor het beenmerg, maar minder dan de CHOP of de bendamustine. Als uit bloedonderzoek blijkt dat de kuur het beenmerg te veel belast, past de arts de dosering aan.
Immuuntherapie
Bij folliculair lymfoom wordt als immuuntherapie rituximab ingezet. Rituximab is een antistof die een eiwit (CD20) herkent dat op normale en kwaadaardige B-lymfocyten voorkomt. Als de antistof aan CD20 bindt, activeert het de eigen afweercellen van de patiënt. Deze zullen dan de lymfoomcellen doden. Rituximab krijg je gelijktijdig met alle andere soorten chemotherapie, zoals COP/CVP, CHOP of bendamustine. Dat betekent dat je dit op dag één van elke kuur (via een infuus of een onderhuidse injectie) krijgt toegediend. Daarnaast kun je rituximab krijgen als onderhoudsbehandeling (gedurende 2 jaar), waardoor de ziekte langer wegblijft.
Radiotherapie
In stadium I en II, als de precieze plek van het lymfoom aan te geven is, krijg je soms radiotherapie met een lage dosis straling, soms ook met een dosering met tussenposes. Daarmee kan de ziekte goed onder controle gehouden worden en je hebt een heel laag risico op late effecten van de behandeling. Bij een deel van de patiënten komt de ziekte daarna niet meer terug.
Stamceltransplantatie
Komt na behandeling met immuun-chemotherapie de ziekte helaas toch weer snel of vaak weer terug, dan kun je in aanmerking komen voor een stamceltransplantatie. Hierbij kan sprake zijn van een autologe stamceltransplantatie (met eigen stamcellen) of een allogene stamceltransplantatie (met stamcellen van een donor).
Resultaten
In Nederland word je, als er een reden is om behandeling te starten, meestal behandeld met acht R-CVP/R-COP-kuren (bestaande uit rituximab, cyclofosfamide, vincristine (Oncovin) en prednison. Direct starten met de zwaardere R-CHOP wordt alleen overwogen bij een hoog risico of wanneer snelle afname van vergrote lymfklieren gewenst is. Of als de ziekte zich ontwikkelt tot een agressiever type lymfoom. Overigens is ook bij behandeling met R-COP/CVP de kans op een goede reactie erg groot, meer dan 85%, en duurt die reactie gemiddeld enkele jaren. Die periode kan nog verlengd worden met een onderhoudsbehandeling rituximab (elke drie maanden gedurende twee jaar, in totaal acht giften).
Bijwerkingen
Het is niet mogelijk om te voorspellen van welke bijwerkingen je last zult krijgen tijdens de behandeling. Het verschilt per medicijn, per mens en ook per fase van de ziekte.
Veel voorkomende bijwerkingen zijn klachten van maag en darmen, vermoeidheid, lage bloedgetallen, verhoogde kans op infecties en aantasting van de zenuwuiteinden (neuropathie).
Lees meer over chemotherapie en immuuntherapie
Nieuwe ontwikkelingen
Wetenschappers zijn voortdurend bezig om de behandeling van het indolent non-hodgkinlymfoom, waar ook folliculair lymfoom onder valt, te verbeteren.
Als het lymfoom agressief wordt
In sommige gevallen verandert een folliculair lymfoom in een agressief non-hodgkinlymfoom. Als dat gebeurt, moet de ziekte bestreden worden volgens de richtlijnen voor agressieve non-hodgkinlymfomen.