In de Euro-SKI-studie zijn zevenhonderd patiënten met CML uit diverse Europese landen gestopt met hun TKI (tyrosinekinaseremmers, middelen tegen CML) en is het beloop hierna in studieverband vervolgd. Ook in Nederland hebben bijna honderd patiënten deelgenomen aan deze studie. De studie is recent afgerond.
We hebben de resultaten van de eerste tweehonderd patiënten in de studie inmiddels vernomen en hieruit blijkt dat ongeveer zestig procent van de patiënten blijvend kan stoppen met hun TKI. Dit is natuurlijk een fantastisch resultaat! Van de patiënten bij wie de ziekte niet voldoende in remissie bleef en de TKI herstart moest worden, lukte het bij alle patiënten om de ziekte weer in diepe remissie te krijgen na herstart van de TKI. Er kunnen geen nieuwe patiënten meer meedoen aan de studie, maar de follow-up van huidige studiepatiënten is nog gaande. We zullen dus nog een tijdje moeten wachten op de definitieve resultaten van de hele groep.
De verschillen in resultaten zitten mogelijk in de duur van het TKI-gebruik, diepte van remissie, type TKI, sekseverschil, etcetera. Deze informatie is heel belangrijk om patiënten straks te kunnen adviseren over het ideale stopmoment.
Dit betekent wel dat we op dit moment geen stop van TKI binnen studieverband kunnen aanbieden, terwijl de huidige landelijke behandelrichtlijn adviseert TKI niet buiten studieverband te stoppen.
Tegelijkertijd is er ook het besef dat er individuele patiënten zijn die vanwege ernstige bijwerkingen of bijvoorbeeld een zwangerschapswens een dringende noodzaak hebben om op korte termijn de TKI te stoppen. In deze gevallen kan van het algemene advies afgeweken worden en kan er buiten studieverband gestopt worden met de TKI. De criteria voor deelname aan de Euro-SKI-studie kunnen dan als uitgangspunt genomen worden voor de selectie van patiënten die hiervoor in aanmerking komen. Het verdient de voorkeur dat een stoppoging begeleid wordt door een hematoloog met ervaring vanuit de Euro-SKI-studie, of dat de behandelaar met één van deze hematologen overleg voert.
Tot slot is het goed te vermelden dat we nu druk bezig zijn twee nieuwe studies op te zetten die zich zullen richten op patiënten bij wie een eerste stoppoging mislukt is. Voor hen hopen we met een nieuwe combinatiebehandeling een tweede stoppoging alsnog succesvol te maken.
(Antwoord m.m.v. Peter Westerweel, internist-hematoloog Albert Schweitzer ziekenhuis)