Behandeling van AML
Acute myeloïde leukemie (AML) is een levensbedreigende vorm van kanker. Als je AML hebt, wordt er zo snel mogelijk gestart met een behandeling. Ondanks dat de behandeling snel begint, is het belangrijk dat je goed weet wat AML is en wat het doel is van de behandeling is.
Behandeling bij AML
Als het duidelijk is dat je AML hebt, wordt er meteen gestart met de behandeling. Ondanks de snelheid is het belangrijk dat jij en je hematoloog van tevoren goed met elkaar bespreken wat het doel van de behandeling is, welke behandeling wordt voorgesteld en wat de bijwerkingen zijn op de korte en op de lange termijn.
Doel behandeling AML
De behandeling van AML is erop gericht om met chemotherapie de kwaadaardige cellen overal in het lichaam weg te krijgen. Als dat lukt wordt dit een complete remissie genoemd. Complete remissie is niet hetzelfde als genezing. Ook als er complete remissie bereikt is door de chemotherapie zal bij een deel van de patiënten toch de ziekte terugkeren. Dat wordt een recidief genoemd. Daarom volgt er na het bereiken van een complete remissie altijd nog een behandeling (een consolidatiebehandeling) die als doel heeft de kans op terugkeer van de ziekte te verkleinen.
AML is een ernstige aandoening, die veel expertise vereist voor een behandeling op maat. Het kan nodig zijn om voor de behandeling naar een ander ziekenhuis te gaan, waar meer ervaring met de behandeling van AML is.
Behandelplan
Als je AML hebt, word je behandeld via een behandelplan. Dat gebeurt op grond van richtlijnen die de hematologen in de Stichting Hemato-Oncologie voor Volwassenen in Nederland (HOVON) afgesproken hebben. Het plan wordt vastgesteld in overleg tussen de behandelend hematoloog en de patiënt.
Het behandelplan ontwikkelt zich gedurende het beloop van je ziekte en wordt in meerdere gesprekken besproken en aangepast aan eventuele DNA-afwijkingen in de leukemiecellen en aan het effect van de behandeling op de AML.
Zo'n behandelplan is belangrijk en het gesprek erover tussen behandelaar en patiënt nog belangrijker. Realiseer je voortdurend dat het over jou gaat, dat je dus ook wat te zeggen en te beslissen hebt. Laat je goed informeren, stel vragen en laat de hematoloog niet weggaan voordat je een duidelijk beeld hebt van wat er komen gaat. Spreek ook gerust af om er snel nog eens over te praten, zodat je tijd hebt erover na te denken en er met anderen over te praten. Schrijf van tevoren op welke vragen je hebt en neem een goede bekende mee naar zulke gesprekken. Tob niet in je eentje over dit soort moeilijke zaken. Praat er met anderen over en zeker ook met de hematoloog die je behandelt.
Expertisecentrum
In Nederland zijn er tien expertisecentra voor AML. Elk ziekenhuis kan een centrum raadplegen voor overleg en advies over hematologische zorg. Als er overleg is geweest met een expertisecentrum, wordt in je patiëntendossier aangegeven met wie en wanneer dat is gebeurd en wat de uitkomsten waren. De hematoloog zal je de resultaten van deze consultatie mededelen. Doet de hematoloog dat niet uit zichzelf, vraag er gerust naar.
Behandelingen voor AML
Er zijn diverse behandelingen mogelijk bij AML.
-
Chemotherapie
-
Stamceltransplantatie
-
Ondersteunende behandelingen
-
Late effecten
-
Controles na behandeling
-
Ziekenhuiskeuze
Chemotherapie
Chemotherapie zal de leukemiecellen uitschakelen. Maar chemotherapie kan niet altijd een onderscheid maken tussen gezonde bloedcellen en kankercellen. De gezonde cellen krijgen er ook een klap van mee. Vooral weefsels die snel delen zijn erg gevoelig, zoals bloedcellen, de slijmvliezen (mond, maag-darmkanaal) en de huid. Gelukkig zijn de gezonde bloedcellen meestal sterker dan leukemiecellen: ze gaan er niet allemaal aan dood en de overblijvers zullen door celdeling de voorraad weer op peil brengen, terwijl intussen de kankercellen wel allemaal doodgaan.
Bijwerkingen van chemotherapie
Chemotherapie kent veel bijwerkingen. Sommige zijn mild en tijdelijk. Maar de chemotherapie kan ook leiden tot ernstige, langdurige bijwerkingen. De meest voorkomende bijwerkingen van chemotherapie zijn haaruitval, diarree, slijmvliesbeschadiging (in bijvoorbeeld mond, ogen en neus), misselijkheid en braken, verhoogd risico op infecties door remming van de nog aanwezige normale afweercellen en kans op beschadiging van zenuwen (neuropathie). Lees hier meer over chemotherapie.
Aan sommige bijwerkingen is iets te doen met medicijnen. Infecties kunnen worden voorkomen en bestreden met antibiotica, antischimmelmiddelen en middelen tegen virusinfecties. Bloedarmoede en een tekort aan bloedplaatjes kunnen worden verholpen door transfusies.
De meeste bijwerkingen zullen na een tijdje verdwijnen. Maar vermoeidheid kan heel lang een probleem blijven.
Chemotherapie en doelgerichte therapie
De behandeling tegen AML bij patiënten die fit zijn, bestaat uit chemotherapie. Geneesmiddelen (cytostatica) die daarbij in combinatie gebruikt worden zijn:
- Cytarabine
- Daunorubicine of idarubicine
- Etoposide
- Mitoxantrone
Soms in combinatie met doelgerichte therapie: Midostaurin (FLT3-remmer)
Therapie voor niet-fitte patiënten met AML
De intensieve chemotherapie tegen AML is niet geschikt als je als patiënt niet fit bent. Mensen met een slechte conditie, bijvoorbeeld omdat zij ook andere ziektes hebben of al flink op leeftijd zijn, krijgen middelen als decitabine, cytarabine of azacitidine. Bij deze zogenoemde ‘demethylerende therapie’ wordt de structuur van het DNA van de cel veranderd, waardoor de kanker wordt geremd. De therapie wordt toegediend via een infuus.
Bij deze therapie duurt het vaak langer dan bij chemotherapie voordat er een gewenst effect is. Het voordeel is dat deze middelen minder bijwerkingen geven dan chemotherapie en je niet opgenomen hoeft te worden in het ziekenhuis.
Chemotherapie voor het zenuwstelsel
Heel soms verspreidt AML zich naar de hersenen. In dat geval behandelt de arts dit met aparte chemotherapie. De gewone chemotherapie kan namelijk zenuwstelsel niet goed bereiken vanwege de bloed-hersenbarrière. Daarom wordt die chemotherapie toegediend via de ruggenprik, rechtstreeks in het ruggenmergkanaal.
Aanvullende chemotherapie
Na twee chemokuren volgt een aanvullende (consolidatie)behandeling. Dit is afhankelijk van het subtype AML en het risicoprofiel. Ook de ‘fitheid’ van de patiënt speelt een belangrijke rol. Als complete remissie is bereikt, komt nog steeds een klein aantal leukemiecellen voor. Deze leukemiecellen moeten worden vernietigd om te voorkomen dat de leukemie weer snel terugkeert.
Stamceltransplantatie
Als je AML hebt, kan dit worden behandeld met een stamceltransplantatie (SCT). Hierbij moeten eerst de zieke cellen worden gedood, waarna stamcellen worden toegediend. Deze groeien uit tot gezonde beenmergcellen die op hun beurt weer gezonde afweercellen, rode bloedcellen en bloedplaatjes maken. De gezonde nieuwe beenmergcellen onderdrukken de leukemiecellen.
Of je een stamceltransplantatie krijgt, is afhankelijk van het risicoprofiel van de AML, het effect van de chemotherapie en je fitheid en leeftijd. De arts beoordeelt of deze behandeling geschikt is, welke voorbehandeling (conditionering) er nodig is en welke nazorg het beste resultaat zal opleveren. Er zijn twee vormen van stamceltransplantatie:
- Autologe stamceltransplantatie. Je eigen stamcellen worden verwijderd uit je bloed en later weer teruggegeven
- Allogene stamceltransplantatie. De stamcellen komen van een donor
Nadeel van een stamceltransplantatie kan zijn dat de T-cellen uit het transplantaat je weefsels en organen als vreemd zien en deze gaan aanvallen (graft-versus-hostreactie). Om het aanslaan van het transplantaat te bevorderen, krijg je medicijnen die de afweer remmen.
Lees hier meer over stamceltransplantatie.
Transplantatie als je ouder bent dan 40
Bij een myeloablatieve stamceltransplantatie worden het beenmerg en het afweersysteem van de patiënt met AML volledig uitgeschakeld door bestraling en chemotherapie. Bij een niet-myeloablatieve transplantatie worden het beenmerg en de afweer niet volledig vernietigd. Dan is de verwachting dat de afweercellen van de donor de resterende leukemiecellen opruimen. Deze vorm van transplantatie is minder belastend en wordt bij voorkeur toegepast als je ouder bent dan 40.
Ondersteunende behandelingen
Het is belangrijk om ondersteunende behandeling te krijgen tijdens je behandeling tegen AML. Bij deze behandeling gaat het niet om het genezen van je ziekte of het tegengaan van de symptomen ervan. De behandelingen helpen je om zo goed mogelijk om te gaan met de gevolgen van ziekte of behandeling. Of om die gevolgen zo veel mogelijk tegen te gaan. Dit zijn bijvoorbeeld advies van een diëtist, bloedtransfusies, medicijnen tegen de pijn die veroorzaakt wordt door neuropathie, antibiotica om infecties te voorkomen (vooral tijdens de therapie), groeifactoren, psychosociale hulp, revalidatie en fysiotherapie.
Late effecten
Late effecten van de behandeling tegen AML Late effecten zijn wat anders dan bijwerkingen. Bijwerkingen komen vrijwel meteen voor, late effecten kunnen ook jaren na de behandeling nog optreden. Ze worden op dat moment niet altijd in verband gebracht met de eerdere ziekte en behandeling.
Welke late effecten kunnen er optreden bij AML?
- Psychosociale impact: de ziekte en de behandeling kunnen grote invloed hebben op jezelf en je functioneren en daardoor ook op je dierbaren, je werk en andere bezigheden.
- Chronische vermoeidheid. Lees meer over vermoeidheid
- Hartschade Bekijk het webinar over hartschade
- Een tweede vorm van kanker door eerdere chemotherapie en/of bestraling
- Verminderde vruchtbaarheid
Lees hier meer over late effecten.
Controles na behandeling
Na een behandeling tegen AML krijg je regelmatig controles.
- Regelmatige bloedcontroles (jaarlijks)
- Een echo van het hart afhankelijk van de gegeven behandeling
Ziekenhuiskeuze
Overwegingen bij de keuze van het ziekenhuis