Er bestaat geen wachtrij voor chemotherapie. Zodra de diagnose rond is, kun je in principe nog de volgende dag aan het infuus gekoppeld worden. Ik moest echter vijf weken wachten, en een beetje smeken bij mijn oncoloog, om er een goed gesprek over te mogen voeren met een psycholoog.
Het enige belangrijke voor de dokters is dat je geneest. Niemand houdt rekening met het genezen op psychisch vlak. De wachtrijen bij de GGZ zijn onoverzichtelijk lang, maar de psychologische afdeling in mijn ziekenhuis is vrijwel helemaal gesloten voor bezoekers. Praten over je afgesloten voelen van de wereld en je confrontatie met de dood, werkt toch minder goed onder invloed van een slechte internetverbinding. Daarom omarm ik huppelend mijn tweede voorrecht als oncologie-patiënt; als één van de weinigen mag ik om de drie weken route 101 lopen naar maatschappelijk medisch werk. Het duurde even, maar uiteindelijk werd dus toch ingezien dat kankerpatiënten niet altijd de klap op het leven alleen kunnen verwerken. Het verwerken van je ziekte is net zo goed een onderdeel van het genezen ervan.
Hoe vaak je als kankerpatiënt ook door je omgeving als ‘sterk’ wordt gecomplimenteerd, zijn er heel wat dagen dat je je niet zo voelt. Tijdens je ziekenhuisbezoeken houd je constant het knopje ‘overlevingsstand’ ingedrukt. Je leeft in een waas waarbij alles over je heen gegooid kan worden zonder gevoel erbij te hebben. Na de tweede keer huilen bij het prikken van een infuus merk je al snel dat je de komende zes maanden anders moet leren omgaan met je naaldenfobie. Dus vind je uit waar het overlevingsknopje zit. Zodra je het ziekenhuis de rug keert, dringt het pas door waar alle littekens op je ellebogen vandaan komen. Dat is het moment dat je hoofd wakker begint te worden en tegen begint te stribbelen tegen alles wat je hebt ervaren.
Uiteindelijk zit je als patiënt door deze zelf bedachte uitvinding altijd vast in een achtbaan. Op het hoogste punt sta je boven de wereld en het ziekenhuis; je kunt alles aan. Maar dan ga je met een sneltreinvaart weer naar beneden door de kleinste confrontatie, waar je wordt omringd door de realiteit van het ziek zijn.
Hoe sterk en positief ik ook door mijn omgeving wordt gezien, ook mijn hoofd verdrinkt soms in de afdalingen. De truc is echter om te omarmen dat je behandelingen niet alleen maar bestaan uit chemotherapie. Ze bestaan ook uit de verwerking ervan, eventueel bij een specialist. En de achtbaan die hoort er ook bij, alle pieken en dalen inbegrepen. Hopelijk leren de dokters er nog wat van, bij de volgende samenstelling van behandeltrajecten.
Melissa is 20 jaar en student op de kunstacademie als zij de diagnose hodgkin krijgt. Corona is vanaf dat moment niet het enige meer wat roet in haar eten gooit. Ze schrijft over het gevecht tussen haar levensenergie en de beperkingen als hodgkinpatiënt. Toch is ze ook met deze diagnose een bezige bij, zegt ze zelf. ‘Tot op zekere hoogte, want ook ik word wel eens in de hoek gezet door kanker.'