Ondersteuning bij leven met en na kanker | Patiëntenorganisatie Hematon
Ondersteuning bij leven met en na kanker | Patiëntenorganisatie Hematon

Vaccinaties

Als je een hematologische kanker hebt, ben je extra gevoelig voor infecties. Behandeling van de ziekte met chemo- en/of immunotherapie vermindert je afweer nog verder. Daarom zijn vaccinaties die je beschermen tegen virussen en infecties erg belangrijk. Op deze pagina lees je meer over vaccineren en opnieuw vaccineren na een stamceltransplantatie.

Beeld iStock-PeopleImages

Op de website van het RIVM staat een handleiding met aanbevelingen voor vaccinaties bij verschillende hematologische aandoeningen en vaccinaties na een stamceltransplantatie. De handleiding richt zich op effectief en veilig vaccineren en revaccineren.
Het is verstandig altijd ook je eigen hematoloog hierover te raadplegen.

Waarom een handleiding met aanbevelingen voor vaccinaties? 
Bij mensen met bloed- en lymfklierkanker komen infectieziekten met pneumokokken, griep (influenza) en gordelroos (herpes zoster) vaker voor. Ook kunnen er meer complicaties optreden als gevolg van de ziekte of behandeling. Als je bijvoorbeeld een stamceltransplantatie hebt ondergaan, is de kans groot dat de immuniteit die je hebt gekregen door vaccinatie tegen (kinder)ziektes is verdwenen.

Voor reizigersvaccinaties zijn er aparte aanbevelingen via het Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering (LCR). 
In de handleiding zijn nog geen richtlijnen opgenomen voor (herhaalde) COVID-19-vaccinaties, Als er boosters zijn, lees je op de website van Hematon daar meer over.

  • Vaccineren

  • Vaccins die worden afgeraden door RIVM

  • Stamceltransplantatie

  • Reizigersadvies

  • Schema

  • Verwijzingen

Vaccineren

Naar boven


Alle patiënten met een hematologische kanker zijn gevoeliger voor infecties. Ook is de beschermende werking en de duur van bescherming van vaccins meestal minder. Chemo- en/of immunotherapie vermindert de vaccinatierespons, de reactie van je afweersysteem op de inenting, nog meer. 

Patiënten die doelgerichte ('targeted') therapie krijgen, varieert de vaccinatierespons per middel. Dat betekent of het afweersysteem in staat is om genoeg bescherming op te bouwen na een inenting.

Het algemene advies is om minimaal 2 weken vóór de start van (chemo)therapie te vaccineren of minimaal 3 maanden na afronding van de chemotherapie.

Met een hematologische kanker: welke vaccins worden aangeraden?

  • Griepvaccinatie (influenzavaccinatie): elk jaar, ook als je jonger bent dan 60 jaar, zolang het immuunsysteem onderdrukt wordt door de ziekte of medicatie. Het advies is dat ook je huisgenoten zich laten vaccineren.
  • Pneumokokkenvaccinatie is belangrijk door het hogere risico op infectie en complicaties. De handleiding bevat veel informatie over het pneumokokkenvaccinatieschema en de vergoeding van verschillende vaccins. Bij multipel myeloom, chronische lymfatische leukemie (CLL) en MGUS is het advies om zo snel mogelijk na de diagnose te vaccineren omdat je een hoger infectierisico hebt en de mogelijke vaccinatierespons (de reactie van je afweersysteem op de inenting).
  • Gordelroosvaccinatie (herpes zoster vaccinatie). Bij immuunsuppressie wordt het levend verzwakte herpes zostervaccin (Zostavax) afgeraden, maar het nieuwe zostervaccin Shingrix (2 doses) is veilig en effectief. Zorgverzekeraars vergoeden dit na een stamceltransplantatie of met een verklaring van een arts bij een medicijnen die je afweersysteem onderdrukken (een zogenaamde immuunsuppressieve behandeling).

Vaccins die worden afgeraden door RIVM

Naar boven


Er zijn ook vaccins die worden afgeraden als je een hematologische aandoening hebt, namelijk de zogenaamde ‘levende vaccins’. Dat zijn vaccins waarin de ziektekiem nog levend is, maar wel sterk verzwakt. Omdat veel mensen een kwetsbaar afweermechanisme hebben, bestaat er een risico op een infectie door de vaccinatie. Dit risico bestaat vooral na recente toediening van immuunglobulines.

De vaccins die worden afgeraden bij hematologische kankers zijn:

  • Het BMR-vaccin (tegen bof, mazelen en rodehond),
  • BCG-vaccin (tegen TBC),
  • gelekoortsvaccin,
  • rotavirusvaccin,
  • varicella- en herpes zostervaccin (tegen gordelroos) - geldt alleen voor het verzwakte herpes zostervaccin

Stamceltransplantatie

Naar boven


De handleiding pleit voor het volgen van internationale richtlijnen: vaccinatie en revaccinatie voor iedereen die een autologe en allogene stamceltransplantatie heeft gehad.

Revaccinatie voor autologe stamceltransplantatie is in Nederland (ondanks internationale) richtlijnen nog niet goed geregeld, maar als verzekerde heb je wel recht op deze zorg. Vraag het daarom na bij je arts.

  • De standaard vaccins van het Rijksvaccinatieprogramma worden gegeven vanaf 3-6 maanden na een stamceltransplantatie, kinderen onder de 18 jaar kunnen hiervoor terecht bij de Jeugdgezondheidszorg.
    * Het advies in de handleiding is om vanaf 3 maanden na de stamceltransplantatie te vaccineren tegen pneumokokken, influenza en herpes zoster, en vanaf 24 maanden met BMR (tegen bof, mazelen en rodehond), als je geen antistoffen hebt tegen  mazelen.
  • Een pneumokokkenvaccinatie is belangrijk na een behandeltraject bij een allogene of autologe stamceltransplantatie vanwege het hoge infectierisico.
  • Bij CD20-depleterende therapie (een immuuntherapie die het gehalte aan B-cellen verlaagt) die voorafgaat aan de autologe stamceltransplantatie is de aanbeveling om pas te revaccineren vanaf 8 maanden na stamceltransplantatie omdat er eerder weinig/geen antistofrespons te verwachten valt.
  • Ook (her)vaccinaties tegen difterie/kinkhoest/tetanus/polio-/haemophilus influenzae B/hepatitis B en vaccinatie tegen meningokokken (B en ACWY) staan als aanbeveling in de handleiding; vanaf 3 maanden na de stamceltransplantatie in herhaalde vaccindoses.
  • Levend verzwakte vaccins zijn pas mogelijk vanaf 2 jaar na stamceltransplantatie, tenzij er nog immuunsuppressiva worden gebruikt.
  • Vaccinaties met levend verzwakte vaccins binnen 24 maanden na stamceltransplantatie, of bij kinderen op basis van waarden van kwantitatieve markers voor immuunherstel na stamceltransplatatie, zijn alleen mogelijk in overleg met kinderarts/hematoloog.

Reizigersadvies

Naar boven


Heb je reisplannen? Ga naar een gespecialiseerde vaccinatiepolikliniek. Voor een juiste risico-inschatting is kennis van de vaccinatiegeschiedenis (gele koorts en mazelen) en/of antistoftiters tegen hepatitis A en mazelen nodig.

Mazelenimmuniteit moet bekend zijn voor je vertrek en een BMR-vaccinatie (tegen bof, mazelen en rodehond) is wenselijk als het mogelijk is. Reizigers, ook hematologische patiënten, krijgen doorgaans een DTP-booster (tegen difterie, tetanus en polio) als de laatste DTP-vaccinatie langer dan 10 jaar geleden is toegediend.

Als alternatief voor hepatitis A-vaccinatie is het ook mogelijk om passieve immunisatie (immuunglobuline) toe te dienen voor tijdelijke bescherming. Wil je naar een gebied waar gele koorts heerst? Dan kun je daarvoor niet worden ingeënt en moet je goed afwegen of je daar wel of niet naartoe reist.

Schema

Naar boven


Het vaccinatie-advies is in een schema weergegeven, dat je hier kunt downloaden:

Schema vaccinaties

Ontmoeten

kom naar één van onze bijeenkomsten

  • Spreekuur

    Heerlen


    Thema
    Regio Limburg organiseert in samenwerking...

    13:00 - 16:00
  • Lymmcare Symposium

    Amsterdam


    Thema
    Op donderdagmiddag 16 januari 2025...

    13:00 - 17:00